Custardtaartjes met abrikozen

Deze taartjes zijn het lekkerst als ze net uit de oven komen, dan is de custard nog zacht en warm. Ik heb een beetje vals gespeeld want ik had geen tijd (lees: zin) om het bladerdeeg zelf te maken. En eigenlijk hoort er kaneel in het recept maar dat had ik niet in huis. Dit recept wijkt dus iets af van het origineel van Rutger. Je maakt er 12 taartjes mee.

Benodigdheden

  • Muffinbakplaat
  • Steelpan
  • Ronde uitsteker (9 cm)
  • Maatbeker
  • Vershoudfolie
  • IJslepel

Ingrediënten

  • 75 gram gedroogde abrikozen
  • 30 ml amandellikeur
  • 6 plakjes bladerdeeg, ontdooid
  • 1 vanillestokje
  • 135 ml melk
  • 135 ml slagroom
  • 3 eidooiers
  • 100 gram suiker
  • 20 gram maïzena
  • Poedersuiker

Bereiden

Begin de dag van tevoren met de abrikozen. Snij ze in stukjes en laat ze een nacht wellen in de amandellikeur zodat de smaken goed intrekken. Schraap het merg uit het vanillestokje en doe dit samen met de helft van de melk en alle slagroom in een pan en breng langzaam aan de kook. Doe de andere helft van de melk samen met de eidooiers, suiker en maïzena in een maatbeker en klop los. Giet al kloppend het kokende roommengsel op de eidooiers. Doe alles weer terug in de pan en roer voortdurend terwijl je het aan de kook laat komen. Giet de custard in een kom en dek af met vershoudfolie om velvorming te voorkomen. Laat de custard afkoelen in de koelkast.

Vet de muffinvorm in met bakspray. Steek uit de plakjes bladerdeeg rondjes en bekleed de bakvorm hiermee. Doe de restjes van het deeg bij elkaar, rol uit tot een nieuwe plak en steek daar de rest van de benodigde plakjes uit. Roer de custard door en meng de abrikozen erdoor. Schep de custard met een ijslepel in de bladerdeegvormpjes. Zet de taartjes ongeveer 25 minuten in de oven. De bovenkant mag een beetje donker zijn. Laat ze eerst 10 minuten afkoelen voordat je ze uit de vorm haalt. Bestuif met poedersuiker. Eet smakkie!

Geef je reactie